In het Openluchtmuseum breekt de ijstijd aan

Foto: Nederlands Openluchtmuseum

Even lekker een ijsje halen. Het is nu een vast onderdeel van ons dagelijks leven. Zeker op warme dagen, als we op de fiets verkoeling zoeken, strijkt half Nederland neer bij een ijssalon.

Dat ijs heeft een lange voorgeschiedenis.

Eetbaar ijs

Openluchtmuseum
The Husqvarna Reliance Ice Cream Freezer uit 1900-1940. Collectie Nederlands Openluchtmuseum, Hoogte: 36 cm.

Voor zover we nu weten maakte men 2500 jaar geleden in Perzië al zoiets als eetbaar ijs. Het zou zeker 2000 jaar duren voordat het Europa veroverde. Lange tijd bleef het een privilege van koningen en keizers. Die hadden ijskelders of konden hun keukenpersoneel de berg opsturen om sneeuw te gaan halen. Pas in 1674 verschijnt er een eerste ijsrecept in een Frans kookboek en kan in principe iedereen het maken. Maar ijs bereiden vergt tijd en ervaring en de ingrediënten: melk, slagroom, suiker en smaakmakers als vanille of chocolade, waren duur.

Hoe maak je ijs?

Het grondbeginsel is eigenlijk niet zo moeilijk. Bijgaande hand-ijsmachine uit de collectie van het Nederlands Openluchtmuseum toont het principe. Het houten tonnetje vul je met ijsschaafsel gemengd met zout, waardoor het superkoud wordt. Hierin plaats je een metalen emmertje met het melk-slagroom-suiker-smaakstof mengsel. Door aan de zwengel te draaien klop je lucht in het mengsel en vormen er zich geen grote ijskristallen waardoor een egale smeuïge ijsmassa ontstaat: eet smakelijk!
Dat kinderen ijs onweerstaanbaar vinden is van alle tijden. In de tijd dat je het nog zelf moest maken waren er al kinder-ijsmachines waarmee je kon spelen alsof je een heerlijk vanille-ijsje bereidde. Welk kind van tegenwoordig zou zo’n apparaat nog herkennen?

Openluchtmuseum
IJscokarretje van IJssalon Venezia te Utrecht. Hoogte: 195 cm.

IJs en Italië

Bij ijs denken we tegenwoordig al snel aan Italië. In Utrecht (1928) opende de allereerste Italiaanse ijssalon van Nederland. Het was een boerenzoon uit de Dolomieten, Guido De Lorenzo, die zijn geluk hier beproefde. Midden in de crisisjaren bouwde hij vanaf de grond een bedrijf op, zonder startsubsidie, zonder arbeidsbureau, zonder wat voor steun dan ook, en eerst nog vooral met ijscokarretjes de straat op. Door het destijds hypermoderne neonlicht, de spiegels, Italiaanse muziek en het heerlijke ijs zou het in 1960-1970 uitgroeien tot een van de mooiste en meest bezochte horecagelegenheden van Utrecht. Guido werd in 1992 bovendien geridderd in de orde van Oranje-Nassau en eindigde in 2000 bij de verkiezing ‘Utrechter van de eeuw’ als derde.
Foto: Guido de Lorenzo (1950 – 1955).

In sixties-stijl

Precies deze zaak opent deze zomer wederom haar deuren in ons museum, geheel in sixties-stijl, compleet met de Italiaanse muziek van toen en zelfs met de originele acht smaken.
Kom, zodra het weer mag, naar het Nederlands Openluchtmuseum en proef de geschiedenis.
Bestel jouw tickets voor het museum hier.

Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen